Inleiding
Omtrent de vrije wil bestaan enkele wetenschappelijke en filosofische benaderingen. Het is belangrijk om vast te stellen wat de vrije wil precies is, zodat in de praktijk kan worden bepaald of iemand vrij gehandeld heeft. In het recht zijn er meerdere gebieden waarin de wil een belangrijke rol speelt. Binnen het strafrecht is de zinsgreep ‘het willens en wetens aannemen van de aanmerkelijke kans…’ een belangrijke voorwaarde bij opzetdelicten. Mensen die gestoord zijn in hun wilsvermogen kunnen wellicht strafvermindering of tbs krijgen. In het privaatrecht dient bij het aangaan van een overeenkomst sprake te zijn van een op rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Enkele voorbeelden laten dus zien dat de vrije wil ook buiten de filosofie van belang is. Wat zou er gebeuren met het recht als blijkt dat er geen sprake is van de vrije wil? Deze vraag zal in het navolgende worden beantwoord.
In paragraaf 2 zal eerst worden ingegaan op het verschil in wetenschappelijke en filosofische benaderingen van het vrije wil probleem, waarbij meteen besproken wordt welk ‘probleem’ er bestaat bij de vrije wil. Vervolgens zal in paragraaf 3 worden uiteengezet in hoeverre de benaderingen op gespannen voet staan of elkaar aanvullen. Tot slot zal in paragraaf 4 kort op de vrije wil in het recht worden ingegaan, waarna in paragraaf 5 een conclusie volgt.
Verschillende benaderingen van de vrije wil
De menselijke wil is onderdeel van de mind, waardoor de vraag zou kunnen zijn of de wil in het domein van cognitiefilosofie valt. Toch wordt in de filosofie voornamelijk gefocust op vragen omtrent determinisme en de voorwaarden waaronder mensen aansprakelijk voor hun gedrag kunnen worden gesteld.[1] In het wetenschappelijke onderzoek wordt voornamelijk op de geest gericht en de relatie daarmee tot de brein en het gedrag. Zodra de wetenschapper vrije wil onderzoekt, zouden de meeste filosofen de wetenschappelijke vragen onder de lichaam/geest-theorieën, mentale veroorzaking of bewustzijn scharen.[2]
Uit belangrijk empirisch onderzoek blijkt dat mensen veel minder controle over hun acties hebben dan aanvankelijk werd gedacht. Onderzoek van Libet wordt door de meeste onderzoekers zo geïnterpreteerd dat voordat een bewuste keuze voor het maken van een beweging wordt gemaakt, er al onbewust door de brein een keuze is genomen om die beweging uit te voeren.[3] Volgens Mele dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen neigingen en intenties; een neiging houdt nog niet direct een intentie om te handelen in.[4]
In de filosofie wordt een onderscheid gemaakt tussen determinisme en vrije wil. Volgens het determinisme heeft elke gebeurtenis een reden die niet willekeurig is, waarmee wordt geïmpliceerd dat de wil niet vrij is. In het concept van de vrije wil wordt er van uit gegaan dat mensen het vermogen bezitten van rationeel handelende personen, waarmee controle over eigen beslissingen en daden kan worden genomen.[5]
Indien ervan uit wordt gegaan dat zowel determinisme als vrije wil mogelijk is, dan is er sprake van compatibilisme. Het incompatibilisme is een theorie die er vanuit gaat dat in een deterministische wereld geen sprake kan zijn van een vrije wil. Binnen het incompatibilisme kan een onderscheid worden gemaakt tussen ‘hard determinisme’ en ‘libertarisme’. Het harde determinisme omvat het hiervoor omschreven idee dat van determinisme uitgaat en de vrije wil verwerpt. Volgens het libertarisme heeft elk mens een vrije wil en kan een mens kiezen uit meerdere opties, waardoor er veel verschillende mogelijke toekomsten zijn.[6]
Wetenschappelijk gezien zijn er enkele vakgebieden die zich bezig houden met de vrije wil. In de natuurkunde zijn er gedurende de afgelopen eeuwen meerdere theorieën ontwikkeld die uitgaan van een deterministisch wereldbeeld en niet van de vrije wil. In de biologie speelt het debat tussen nature/nurture (aanleg dan wel opvoeding). Binnen de neurowetenschap is veel onderzoek gedaan naar de vrije wil en bewustzijn. De algemene opvatting lijkt te zijn dat het brein al een keuze heeft gemaakt voordat de bewuste vrije wil er aan te pas komt. Uit de psychologie blijkt dat het menselijke brein kan worden gestuurd via beïnvloeding van keuzes. De wil van mensen kan dus worden gestuurd door anderen. De algemene wetenschappelijke opvatting lijkt dus te zijn dat van een vrije wil geen sprake is.[7]
Benaderingen op gespannen voet?
In The Illusion of Conscious Will[8] wordt het eerste hoofdstuk begonnen met enkele relevante uitspraken, namelijk: It usually seems that we consciously will our voluntary actions, but this is an illusion en All theory is against the freedom of the will; all experience is for it (Samuel Johnson 1791). Door Wegner lijkt dus meteen te worden betoogd dat de filosofische en wetenschappelijke benaderingen uit elkaar liggen. Als mens kunnen we namelijk de indruk hebben dat er sprake is van een eigen wil, terwijl dat theoretisch gezien (waarschijnlijk) helemaal niet waar is. Het is daarom van belang om anders naar ons ‘zelf’ kijken, aangezien het zelf ook onbewust is.[9]
Bewuste wil kan op enkele wijzen beschreven worden. Gewoonlijk wordt over bewuste wil gepraat als iets wat we ervaren als we een actie uitvoeren; het doel is een indicatie van de bewuste wil. Zo kan auto rijden als een bewuste actie worden omschreven, terwijl niezen automatisch gebeurd door het lichaam. Een andere gebruikelijke manier om over bewuste wil te praten is door het als causale link tussen brein en acties te zien. Er kan aangenomen worden da Hoewel sommige filosofische benaderingen van een determinisme uitgaan en niet van een vrije wil, lopen de wetenschappelijke en filosofische benadering behoorlijk uiteen. In de wetenschap lijkt men er van uit te gaan dat de vrije wil een beperkte invloed heeft op het menselijke handelen, terwijl de filosofie niet uitsluit dat de vrije wil daadwerkelijk menselijk gedrag beïnvloed. Duidelijk is dus dat de wetenschappelijke en filosofische benadering van de vrije wil op gespannen voet met elkaar staan.
Vrije wil in het recht
Indien de vrije wil in bijvoorbeeld het strafrecht of het privaatrecht haar waarde verliest, dan heeft dat grote gevolgen. Als iemand willens en wetens een ander verwondt, dan volgt daar normaal gesproken een straf op. Afgevraagd kan worden wat er dient te gebeuren zodra iemand niet bewust gewild heeft dat de ander gewond raakt. Wanneer iemand een spasme heeft en een ander per ongeluk een bloedneus slaat, dan kan er een beroep worden gedaan op een strafuitsluitingsgrond omdat de wil niet gericht was op verwonding. Zodra iemand een gestoorde wil heeft, dan is opneming in een (psychiatrische) kliniek een andere, zwaardere optie. Daarvan kan sprake zijn als iemand schizofrene gedachten heeft en daarom een ander verwondt. Indien van een aandoening geen sprake is, dan kan iemand via een fictie aansprakelijk worden gesteld. Dat betekent dat iemand verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn gedrag, ook al was het niet zo bedoeld[10].
In het privaatrecht kan in geval van een gestoorde wil een overeenkomst worden vernietigd. Zodra iemand dronken is, dan kan afhankelijk van de omstandigheden van het geval worden bepaald dat een overeenkomst wordt vernietigd. De dronken persoon kan bijvoorbeeld een televisie van €2000 gekocht hebben, terwijl voor de medewerkers overduidelijk was dat diegene dronken was. Het kan dan niet verwacht worden dat de dronken persoon aan zijn verplichtingen wordt gehouden. Indien uit niets blijkt dat iemand ten tijde van aankoop dronken was en uit niets blijkt dat hij de televisie niet kon kopen, dan mag de verkoper erop vertrouwen dat de (dronken) koper bewust gewild heeft de auto te kopen.
Het recht kent dus al een aantal oplossingen zodra de wil van iemand gestoord is of als de wil niet aanwezig is of lijkt. Indien nodig kan in het recht gebruik worden gemaakt van de fictie vrije wil, net zoals een rechtspersoon een juridische fictie is. Hoe dan ook, het al dan niet bestaan van een vrije wil hoeft niet tot problemen te leiden in het recht. Of de wil deterministisch is of vrij, doet er bovendien ook niet altijd toe. Zodra voor een ander maar duidelijk is wat iemand al dan niet (op een vrije wijze) wilt.
Conclusie
De vrije wil kan vanuit wetenschappelijke en filosofisch standpunt op meerdere wijzen beschreven worden. Het determinisme kan als tegenhanger van de vrije wil worden gezien, alhoewel determinisme en vrije wil elkaar niet noodzakelijk uitsluiten. Wetenschappelijk gezien lijkt de vrije wil onder te doen voor het determinisme, aangezien het brein zelf vooraf keuzes kan maken.
Het recht hoeft niet op een nadelige wijze aangetast te worden indien de vrije wil niet zou bestaan. Als de wil niet bestaat, dan kan iemand een beroep op afwezigheid daarvan doen. In ernstige gevallen kan door middel van een fictie iemand alsnog aansprakelijk worden gesteld voor zijn handelen.
Literatuurlijst
Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour. Amsterdam: Boom uitgevers 2015.
Wegner, D.M., The Illusion of Conscious Will. Massachusetts: Institute of Technology 2002.
Meynen, G., Ten Geleide: Vrije wil. Wijsge rig Perspectief, nr. 1/2010, Filosofie Magazine.
[1] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina 167.
[2] Idem.
[3] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina’s 173-174.
[4] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina’s 174-175.
[5] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina’s 170-171.
[6] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina’s 181-189.
[7] Slors, M., de Bruin L. en D. Strijbos, Philosophy of mind, brain and behaviour, pagina’s 167-170.
[8] Wegner, D.M., The Illusion of Conscious Will, pagina 1.
[9] Meynen, G., Ten Geleide: Vrije wil. Wijsgerig Perspectief, nr. 1/2010, Filosofie Magazine.
[10] Meynen, G., Ten Geleide: Vrije wil. Wijsgerig Perspectief, nr. 1/2010, Filosofie Magazine.