In deze review zal het boek De meeste mensen deugen worden beoordeeld. De review kan spoiler-alerts bevatten.
Achtergrond van de schrijver
Rutger Bregman is op 26 april 1988 geboren in Renesse en hij is historicus en schrijver. In totaal heeft hij 7 boeken geschreven, namelijk Met de kennis van toen (2012), De geschiedenis van de vooruitgang (2013), gratis geld voor iedereen (2014), Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers (2015) en De meeste mensen deugen (2019), Het water komt (2020) en Wat maakt een verzetsheld? (2021). Bovendien is Bregman een van de vaste schrijvers van het online platform De Correspondent.
Achtergrond van het boek
Eeuwenlang bestaat er al een discussie over de vraag of de mens van zichzelf goed of kwaad is. Bregman probeert in dit boek aan de hand van vele voorbeelden uit de praktijk en wetenschap aan te tonen dat de meeste mensen goed zijn en dus deugen. De reacties die in de flap van het boek geplaatst zijn, zijn over het algemeen heel lovend. Toch is er vanuit de wetenschap kritiek gekomen op dit boek van Bregman, met name door de slechte bronvermelding en argumentatiefouten.
Het algemene leespubliek lijkt overtuigd te zijn van het werk van Bregman, terwijl vanuit de wetenschap best veel kritiek geleverd wordt. Het is derhalve de vraag of Bregman daadwerkelijk een nuttige bijdrage aan het debat over de aard van de mens geleverd heeft. Na het lezen van De meeste mensen deugen zal het mogelijk zijn om een mening te vormen over de kritiek op Bregman en de aard van de mens.
Indeling van het boek
Het door mij gelezen druk is de 17e uit juli 2021. In totaal heeft het boek vijf delen met in totaal 18 hoofdstukken. Na de proloog begint Bregman met zijn verhaal, waarna hij eindigt met een epiloog en een dankwoord. Het boek heeft in totaal zo’n 479 bladzijden. Voorafgaande het daadwerkelijke verhaal staan er twee korte zinnen, namelijk ‘Voor mijn ouders’ en ‘De mens zal beter worden als je hem toont hoe hij is (Anton Tsjechov, 1860-1904)’.
Inhoud van het boek
Tijdens het schrijfproces werd Bregman door verschillende echte gebeurtenissen, experimenten en onderzoeken aan het twijfelen gebracht over de goedheid van de mens. Door bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog aan te halen, lijken mensen van nature slecht. Ook door het Stanford Prison Experiment en het Milgram experiment ziet het er naar uit dat mensen niet deugen.
Bregman plaatst daar enkele vraagtekens bij. De experimenten zijn bijvoorbeeld slecht uitgeoefend en tijdens WOI1 gebeurden er niet alleen slechte dingen. Veel soldaten weigerde elkaar bijvoorbeeld neer te schieten. Bovendien werden tijdens de beruchte experimenten instructies gegeven en werd het doel van het onderzoek verteld. Zulke fouten zijn tegen de wetenschappelijke regels, waardoor er onterechte conclusies werden getrokken. Uiteindelijk komt Bregman dus tot de conclusie dat de meeste mensen deugen.
Conclusie
De vraag die Bregman in het boek behandeld is een interessante en hij heeft geprobeerd vanuit verschillende perspectieven tot een antwoord te komen. De kritiek op het brongebruik en de redenatie van Bregman is echter wel te begrijpen. Alhoewel de conclusies die hij trekt logisch lijken, toch is het uiteindelijke antwoord dat de meeste mensen deugen een wenselijke.
Cijfer: 7/10