Carl Schmitt – Een doorgeslagen, antidemocratische nazi of een realistische en scherpzinnige analyticus ten aanzien van de democratie?
Vooraf: in deze recensie zal het boek Parlement, Democratie, Dictatuur – om de moderne massademocratie te begrijpen moeten liberalisme en democratie van elkaar worden gescheiden centraal staan (Boom Kleine Klassieken, 135 pagina’s inclusief noten en €12.00).
Inleiding
Zodra de vraag wordt gesteld welke Duitse filosofen een willekeurig persoon kent, zullen waarschijnlijk namen als Marx, Kant, Nietzsche of Freud worden genoemd. Carl Schmitt (11 juli 1888 – 7 april 1985) is als (Duitse) politiek filosoof wellicht wat minder bekend bij de gemiddelde mens, net als bijvoorbeeld Hegel of Habermas, maar dat betekent niet dat de ideeën van Schmitt daarom minder interessant zijn.
In het boek waar deze recensie over gaat, presenteert Schmitt kortgezegd de idee dat democratie en liberalisme van elkaar gescheiden moeten worden. Dit idee zal verderop nader worden beschreven. Schmitt is mede bekend geworden vanwege zijn lidmaatschap van de NSDAP, de nazistische partij van Hitler. Er zijn ook andere Duitse filosofen die gelinkt kunnen worden aan het nazisme (zoals Nietzsche met het concept van de übermensch[1]), maar Schmitt is een van de bekendste voorbeelden van aan Hitler verbonden filosofen (al dan niet gewild).
Enige achtergrond bij het boek
Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog was Schmitt rond de 25-30 jaar oud en tijdens de Tweede Wereldoorlog rond de 50-55 jaar. Bovendien heeft Schmitt de overgang van het Duitse keizerrijk naar de Duitse Republiek meegemaakt. Het boek zelf heeft twee drukken, namelijk een uit 1923 en een uit 1926. Schmitt was dus 35 jaar toen hij de eerste druk schreef en het boek verscheen in een periode nadat Duitsland vernederd werd via het verdrag van Versailles (financiële herstelbetalingen). Het is dus denkbaar dat Schmitt enigszins verbitterd was en wellicht daarom kritisch was op de democratie.
De tekst is vertaald door George Kwaad en de titel is ietwat veranderd ten opzichte van de originele titel: die geistesgeschichtliche Lage des heutigen Parlamentarismus. In het vooraf wordt het leven en het werk van Schmitt enigszins beschreven. Vervolgens wordt in de inleiding van Kwaad een uitleg gegeven bij de titel en de inhoud van het boek. Daarna volgt een opmerking vooraf van Schmitt (toegevoegd aan de tweede druk uit 1926), waarna een inleiding van Schmitt volgt. In totaal zijn er vier hoofdstukken en 97 noten waarin Schmitt zijn ideeën uiteenzet.
De (omstreden) ideeën van Schmitt
In de inleiding van Schmitt beschrijft hij kort en bondig zijn idee: ‘’Het is noodzakelijk begrippen als democratie, liberalisme, individualisme en rationalisme, die alle in verband worden gebracht met het moderne parlementarisme, beter van elkaar te onderscheiden. Zo kunnen ze ophouden vage karakteriseringen en leuzen te zijn,
en kan een met goede hoop ondernomen aanzet om van tactische en technische vragen tot ideële principes te komen, deze keer eindelijk iets opleveren.’’ [2]
Enkele problemen in de democratie die Schmitt ziet zijn het vaststellen van de wil van het volk, de anonieme verkiezingen, de aard en de totstandkoming van de democratie, het grenzen aan de dictatuur en de legitimiteit van besluiten. In het klassieke Athene was het mogelijk om via openbare discussies tot rationele, representatieve besluiten en wetten te komen. Doordat een beperkt aantal mensen (veelal mannen) mocht stemmen, was de besluitvorming overzichtelijk. Tegenwoordig lijkt het moeilijker om de wil van het volk te bepalen, vooral omdat verkiezingen eens in de vier jaar zijn. De democratie kan tegen een dictatuur ‘aanschuren’, omdat een kleine groep mensen (politici) de uiteindelijke beslissingen nemen. De vraag is ook of besluiten legitiem zijn, aangezien een openbare discussie tegenwoordig niet altijd via de pers/media gebeurt. Het is dan moeilijk vast te stellen of alle meningen in een besluit vertegenwoordigd zijn.
Doordat politieke partijen tegenwoordig vooral bezig zijn met kiezers winnen (en behouden) en de openbare discussie op de achtergrond komt, dient het parlement volgens Schmitt te worden afgeschaft. Een democratie in de vorm van acclamatie zou een alternatief kunnen zijn, maar vanwege de massademocratie is dat moeilijk. Homogeniteit in een democratie zou volgens Schmitt nodig zijn om tot legitieme besluiten te komen en de wil van het volk is dan gemakkelijker vast te stellen.
Voor het overige schrijft Schmitt nog redelijk veel over het Marxisme en het socialisme. Dit is van enig belang, aangezien in het communistische idee het volk uiteindelijk over zichzelf moet gaan regeren. De wil van het volk ziet in de communistische idee vooral op de basisbehoeften en een parlement met politici is daarbij overbodig.
Conclusie
In deze korte recensie heb ik de ideeën van Schmitt op een minieme wijze beschreven. Het boek is tegenwoordig nog steeds van belang, bij onderwerpen als de coronacrisis, de Amerikaanse verkiezingen, complottheorieën en het beperken/verbieden van Zwarte Piet. Schmitt schrijft soms op een onnavolgbare wijze, maar desondanks zijn de ideeën van hem omtrent de democratie en het liberalisme zeer de moeite waard om in te verdiepen. Tot slot: beide opvattingen uit de titel kunnen worden aangehangen, een persoonlijke mening voor eenieder.
[1] https://www.youtube.com/watch?v=9CINep9Gqhk In dit humoristisch bedoelde filmpje beschrijft Ricky Gervais op een donkere/humoristische wijze wat met de vermeende invloed van Nietzsche op Hitler bedoeld wordt.
[2] Carl Schmitt, Parlement, democratie, dictatuur, pagina 55.